Maastricht

Maastricht dankte zijn ontwikkeling vanaf de vroege 1ste eeuw n.C. aan de kruising van de weg Tongeren-Maastricht-Keulen met de rivier de Maas. De naam van de nederzetting Mosa Traiectum, ook wel Traiectum of Traiectum ad Mosam, zegt in dat verband alles. Letterlijk betekent de naam 'oversteek bij de Maas'.

Het verloop van de Romeinse weg in het centrum van Maastricht wordt gemarkeerd door de Brusselsestraat die via de noordzijde van het Vrijthof over gaat in de Grote Staat om zo via de Jodenstraat bij de Maas uit te komen. In de Jodenstraat werd trouwens in 1988 een fragment van het Romeinse wegdek aangesneden. Aan de overzijde van de Maas in Wyck is het verloop van de weg aangetoond in het noordelijk deel van de Rechtstraat. Tijdens de 1ste eeuw n.C. werd een goede tweehonderd meter ten zuiden van de Sint-Servaasbrug in het verlengde van de Plankstraat en de Eksterstraat de Romeinse brug van Maastricht gebouwd. Ongetwijfeld is het deze brug die Tacitus in zijn Historiae vermeldde als de plaats waar Julius Civilis tijdens de Bataafse Opstand in 70 n.C. een troepenmacht onder leiding van Claudius Labeo versloeg. De archeologische vindplaats van de brug is sinds 2017 een rijksmonument.

Op grond van deze feiten nemen de Maastrichtse archeologen aan dat de heerbaan vanuit Tongeren in de Jodenstraat een scherpe zuidwaartse bocht maakte en over een afstand van 220 meter evenwijdig met de Maas liep. In de Plankstraat volgde de bocht in de richting van de Maasbrug. Aan de overzijde volgde een nieuwe haakse bocht noordwaarts

 

Foto's: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed & René Voorburg