Strabo (64/63 v. Chr. - ca. 24 n. Chr.): de wegenaanleg van Agrippa

Strabo, de Griekse geograaf en tijdgenoot van Augustus, vermeldt in een notitie hoe de omvangrijke wegenaanleg van Agrippa in de Tres Galliae er uit zag en waarom hij Lyon als voornaamste knooppunt koos.

Lugdunum (Lyon) ligt in het midden van het land, als het ware een akropolis, niet alleen omdat de rivieren daar samenkomen, maar ook omdat het zich kort bij alle delen van het land bevindt. En het was om deze reden dat Agrippa in Lugdunum begon toen hij zijn wegen aanlegde – die door het Cemmenus-gebergte (Cevennen) loopt tot aan de Santoni en Aquitania, en die leidt naar de Rijn, en, een derde, die naar de oceaan leidt (degene die door het land van de Bellovaci en de Ambiani loopt); en, een vierde, die leidt tot de streek van Narbonne en de kust van Massilia (Marseille). En er is ook opnieuw in de Poeninus (Vallais) zelf (als je links Lugdunum verlaat en het land dat erboven ligt) een zijweg die, nadat je de Rhodanus (Rhône) of het meer van Lemenna (Léman-meer) bent overgestoken, leidt naar de vlaktes van de Helvetii. Vandaar is er een pas door de Jura-berg naar het land van de Sequani en ook naar dat van de Lingones. Bovendien vertakken de tracés door deze landen zich in beide richtingen - zowel in de richting van de Rijn als in de richting van de oceaan.

 

[1] Strabo, Geographica, IV, 6, 11.