De Romeinse muur (2de eeuw)
De bouw van de Romeinse omwalling met een lengte van de 4544 meter, vermoedelijk ergens tijdens de 2de helft van de 2de eeuw, vormt een wezenlijk onderdeel van de urbanistische ontwikkeling van Tongeren. Het verloop van deze in steen gebouwde wallen is vrij onregelmatig ten gevolge van de terreinomstandigheden en de bestaande nederzettingsaanleg.
Deze muur heeft een dikte van 2,15 meter. De funderingen waren doorgaans iets breder. De hoogte moet ongeveer 6 meter bedragen hebben. De kern van deze muur bestond uit een aantal horizontale lagen, samengesteld uit een mengeling van ruwe silex en geelachtige mortel. Het parament aan de binnen en buitenzijde werd opgetrokken met kleine, regelmatig gekapte zandsteen of vuursteen. Vijftien ronde en holle torens stonden op regelmatige afstanden van elkaar. Aan de buitenzijde werd hij voorafgegaan door een dubbele spitsgracht. De archeologen lokaliseerden zes poorten op punten waar verkeerswegen de stad binnenkwamen: Bavay; Keulen; Tienen Boulogne; één poort in het noorden en twee in het zuiden. De poort naar Tienen had een dubbele doorgang en kan misschien worden vergeleken met de Porta Nigra te Trier. De omwalling zelf is nog goed zichtbaar in het westen en het noorden van de stad.
Eén van de belangrijkste facetten van de Romeinse muur is het feit dat deze tijdens de middeleeuwen en ook daarna als een steengroeve werd gebruikt. De mooi gevormde paramentstenen ervan vindt men niet enkel terug in bij voorbeeld de Romaanse kloostergang van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek of in de middeleeuwse muur van Tongeren (zie bv. Moerenpoort), maar ook in talrijke middeleeuwse kerktorens rond Tongeren.
Je kan de Romeinse muur bezoeken langs de Piepelpoel (Sabinus- en Cottalaan), de Legioenlaan, Cesarlaan en de Leopoldwal. Op de Leopoldwal werd de middeleeuwse muur boven op de Romeinse muur gebouwd (foto 4).
Maak jouw eigen website met JouwWeb