De 19de en de 20ste eeuw
Grote vernieuwingen
De weg Tienen – Tongeren – Maastricht was tot in het begin van de 19de eeuw onverhard en werd, net als andere landwegen, slecht onderhouden. Dat was een algemeen Europees probleem. Tot dan was de Romeinse weg als voornaamste verbinding tussen de Haspengouwse steden Tongeren, Borgloon, Sint-Truiden en Tienen.
De grote vernieuwingen op het vlak van verkeersinfrastructuur vonden vooral tijdens de 18de en de 19de eeuw plaats met de modernisering van het wegennetwerk en de aanleg van steenwegen. De overheden van de verschillende landen trachtten de bestaande verkeersverbindingen te verbeteren door ze te verharden. Doorgaans volgden zij daarbij geheel of gedeeltelijk het tracé van de voorafgaande Romeinse wegen. Gelukkig was dat tussen Tienen, Tongeren en Maastricht nauwelijks het geval.
Met de aanleg van de nieuwe, nagenoeg parallelle steenweg Sint-Truiden – Borgloon – Tongeren – Maastricht tussen 1817 en 1820 verviel de Romeinse heerbaan tot een landweg die alleen nog door boeren en lokale bewoners werd gebruikt. Bij Tienen zowel in de richting van Leuven als van Sint-Truiden net als in Riemst zien wij hoe de Romeins weg onder het asfalt verdween en geleidelijk in de vergetelheid geraakte.
De ruilverkavelingen
Toen men tijdens de jaren 1960-1970, bijna 2000 jaar na de invoering van het Romeinse kadaster, de landbouw efficiënter wilde maken, onder meer door het creëren van grotere arealen, werd de ruilverkaveling doorgevoerd. Dat ging ten koste van talrijke historische landschapsrelicten. Perceelstructuren werden aangepast, cultuurtaluds werden genivelleerd, landwegen werden verhard, holle wegen die voor Haspengouw zo typisch zijn, werden dicht gegooid. Op die wijze verdwenen talrijke historische landschapselementen die soms tot de Romeinse tijd terug gingen. Onder meer ten oosten van Tongeren en ten noorden van Millen werd op die wijze een heel stuk Romeinse weg door de ruilverkaveling geslachtofferd en tot akker omgevormd. Een ruilverkavelingsweg, die wat noordelijk loopt, werd ten onrechte tot Romeinse weg gedoopt.
Na 1980 werden deze ingrepen veel voorzichtiger toegepast omdat men was gaan inzien dat deze landschapselementen een belangrijke cultuurhistorische, ecologische en recreatieve waarde hebben. Toch zette de verharding zich verder. In het kader van de ruilverkaveling Grootloon werd een gedeelte van de Romeinse weg opgewaardeerd door een bijzondere wegverharding van een tweesporen betonweg met kasseien ertussen om zo de Romeinse oorsprong aan te duiden. De ruilverkaveling betekende voor het landschap en het toerisme gelukkig niet alleen een verlies, maar zorgde ook voor de zogenaamde ruilverkavelingswegen die voor het fietstoerisme een grote meerwaarde betekenen.
De aantasting van de open ruimte (1970-2020)
Niet alleen de ruilverkaveling heeft aan de Romeinse weg, het Fruitspoor en het gerelateerde erfgoed en cultuurlandschap veel schade toegebracht. Tussen 1970 en 2020 werd de openbare ruimte op een schrikbarende wijze aangetast. Een vergelijking van luchtfoto’s tussen 1970 en 2020 spreekt boekdelen. Hierdoor is een substantieel toeristisch potentieel onherroepelijk verloren gegaan. Ondertussen blijven bouwverkavelingen, industrieterreinen, megastallen, fruitloodsen, hagelnetten, en zo voort het open landschap verder mutileren.
De eerste grootschalige vernietiging van de Romeinse weg vond plaats in Brustem waar één van de landingsbanen van het militaire vliegveld nagenoeg pal boven op het tracé ervan kwam te liggen. Tijdens de jaren 60 van de vorige eeuw palmde de KMO-zone van Riemst een groot gedeelte van de Romeinse weg in. Het industrieterrein van Tongeren-Oost volgde in 1998. Ten westen van Tongeren vernietigde de bouwverkaveling van Paspoel (1970) en Op de Heufkens (2018) de aansluiting van de Romeinse weg Tienen-Tongeren op deze van Bavay-Tongeren. De bijhorende tumuli van Tongeren/Koninksem die bovendien beschermde monumenten zijn, komen steeds meer onder druk te staan.
Hetzelfde geldt voor de infrastructuur van het Fruitspoor waarvan bruggen en stations sedert de opheffing van de spoorlijn werden afgebroken. Het meest jammerlijke voorbeeld daarvan is de stationsomgeving van Borgloon die samen met de stroopfabrieken één grote industrieel-archeologische site vormde. Van het station blijven nu nog slechts wat postkaarten over. Ondertussen is ter hoogte van Tongeren Noord het Fruitspoor ingenomen door een KMO-zone en is een verdere uitbreiding voorzien. Tussen Borgloon en Sint-Truiden kunnen nog andere voorbeelden van aantasting aangeduid worden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb