De Romeinse weg

De Romeinse weg tussen Tienen, Tongeren en Maastricht is een archeologisch relict van eerste rangorde. Vertrekkend vanuit Tongeren is de heerbaan nog waarneembaar in het landschap, als weg, landbouwweg of wandelpad. Op kaart gezien gaat het om een zeer rechtlijnig traject van oost naar west. Vanaf Maastricht kan men de Romeinse weg nog volgen tot het industrieterrein van Tongeren-Oost. Vanaf Widooie kan men de Romeinse weg in de richting van Borgloon volgen tot in Brustem aan het voormalige militair terrein. Vanaf de Naamse steenweg in Bevingen ten westen van het militair domein is het opnieuw mogelijk de Romeinse weg te volgen richting Tienen. Na Tienen splitst hij zich op. Eén tracé richtte zich via Kester naar Kortrijk, een ander liep meer noordwaarts via Elewijt, Asse, Velzeke, Kortrijk en Wervik in de richting van Cassel.

De Romeinse weg maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen, dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse rijk. Het tracé ervan was een deel van de verbinding tussen Keulen (Colonia Ulpia Traiana) en Boulogne-sur-Mer via Maastricht, Tongeren (hoofdstad van de Tungri), Tienen en Cassel (hoofdstad van de Menapii). Deze weg werd wellicht aangelegd tijdens de regering van keizer Augustus en kende een bewogen geschiedenis.

Voor Rome hadden de wegen op de eerste plaats een groot strategisch en administratief belang. Zij waren immers cruciaal voor de troepenverplaatsingen, de bevoorrading van het Rijnleger en de koerierdiensten van de overheid.

De Romeinse weg gaf bovendien aan het landschap een structuur die eeuwen lang onveranderd zou blijven. De rechte wegen, die het landschap zo scherp markeerden, vormden een excellente as om de landelijke ruimte te structureren.

In dat kader werd bij voorbeeld Tongeren omstreeks 10 v.C. gesticht. Atuatuca had een regelmatig stratenplan georiënteerd op twee hoofdassen, de decumanus maximus of de oost-westas, en de cardo maximus of de noord-zuidas.  De decumanus maximus viel in die vroege periode samen met de weg Bavay-Tongeren-Keulen. Die kwam door een heraanleg tijdens de regering van keizer Claudius noordelijker te liggen in het verlengde van de weg Kassel-Tongeren-Keulen ter hoogte van de huidige Maastrichterstraat.

De Romeinse geschiedenis is in deze historische stad nog sterk aanwezig via belangrijke monumenten zoals de Romeinse omwalling, het tempelcomplex, Beukenberg, de Cockaertstombe vlak naast de weg Tongeren-Tienen, het Gallo-Romeins Museum en het Teseum.

Langs de Romeinse weg werden militaire steunpunten aangelegd. Een systeem van herbergen, baanposten en wisselstations voor de keizerlijke koerierdiensten werd uitgebouwd waaruit baandorpen zoals Tienen en Maastricht ontstonden. Die laatste stad dankt haar naam aan de kruising van de Romeinse weg met de Maas: Mosa Trajectum.

Al snel werd de heerbanen ook een belangrijke economische verkeersader. Haspengouw ontwikkelde zich als een landbouwgebied bij uitstek. De opbrengsten waren vooral bestemd voor de Romeinse troepen langs de Rijn. Hierdoor werd de economische ontwikkeling van de hele regio rond Tongeren gestimuleerd. Naast landbouwproducten werden talloze goederen zoals vaatwerk in glas en keramiek via de heerbaan verhandeld.