'Beukenberg' aquaduct

Beukenberg, vroeger ook wel eens Zeedyken of Zeedijken genoemd, is voor de argeloze wandelaar niet meer dan een natuurlijke heuvelrug. De 19de eeuwse archeoloog F. Huybrichts was van mening dat deze aarden wal een verdedigingsconstructie was die ten tijde van Diocletianus bescherming moest bieden tegen de vijandige Germaanse invallers die Tongeren en omstreken teisterden. Maar in werkelijkheid liep eertijds over deze kwetsbare aarden wal het aquaduct dat Tongeren van het noodzakelijke water voorzag.

De aanleg gebeurde vóór de bouw van de eerste stenen wallen, ergens tussen 69 n.C. en de 2de helft van de 2de eeuw n.C. Het moet een titanenwerk geweest zijn, gelet op de primitieve technische middelen waarover de mensen toen beschikten om die gigantische massa aarde te verplaatsen. Het meest voor de hand liggend is dat het leger verantwoordelijk was voor de aanleg van deze waterleiding. Zij beschikten over de ingenieurs en de logistiek. De eigenlijke waterleiding die waarschijnlijk uit een houten constructie bestond, is verloren. De berm van het aquaduct liep in de Flavische tijd vermoedelijk door tot een van de hoogste punten van het stadscentrum, misschien ter hoogte van de oude watertoren in de Watertorenstraat.

Over het verloop van de eerste 5 kilometer bestaat geen twijfel. Vanaf de Legioenenlaan loopt de aquaduct in de richting van het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs waar hij zich in zuidwestelijke richting draait en zijn traject doorheen het glooiende Haspengouws landschap vervolgt tot aan de Romeinse weg Tongeren-Bavay. Vanaf dan wordt het traject problematisch. Lange tijd gingen de archeologen ervan uit dat de aquaduct zijn water betrok van het brongebied te Widooie dat op een afstand van circa 5 km van Tongeren ligt. Recent onderzoek toonde echter aan dat ook andere hypothesen een zinvol alternatief bieden. Onder meer de bronnen van de Meulebeek te Corswarem in de provincie Luik worden als mogelijkheid voorgesteld.