De militaire campagnes van de 1ste eeuw

Voor Rome waren de wegen op de eerste plaats belangrijk als verkeersaders met een grote strategische en administratieve betekenis. Het archeologisch onderzoek door de jaren heen toonde aan dat de regering van keizer Augustus een essentiële impuls aan de ontwikkeling van de wegeninfrastructuur in Noord-Gallië gaf. Zij waren immers cruciaal voor de troepenverplaatsingen en de bevoorrading van het Rijnleger waar de Romeinse legioenen en hulptroepen in garnizoen lagen. Tijdens de regeringen van Tiberius en van Claudius zetten die troepenbewegingen langs de heerbaan van Tongeren in de richting van Cassel en Boulogne-sur-Mer en langs deze in de richting van Bavay wellicht verder. Tijdens de regeerperiode van beide keizers werden immers belangrijke hervormingen doorgevoerd zoals onder meer de uitbouw van de Rijn-limes en de troepenconcentratie langs deze grens. Ook de militaire campagnes van keizer Claudius in Britannia in 43 n.C. vereisten de inzet van een groot troepenpotentieel. Met dat in het achterhoofd heeft de weg Tongeren – Tienen ongetwijfeld ook een rol gespeeld tijdens het vierkeizersjaar en de daaropvolgende de Batavenrevolte. Tijdens de burgeroorlog tussen de troonpretendenten Otho en Vitellius streden het eerste en tweede cohors van de Tungri , die deel uitmaakten van het leger Germania Inferior, aan de zijde van de laatste. Fabius Valens, de opperbevelhebber van Germania Inferior, had hen naar Gallia Narbonensis gestuurd om aldaar het leger van Vitellius te vervoegen.

Ook tijdens de Batavenrevolte waren de hulptroepen van de Tungri betrokken. In januari of februari van het jaar 70 kwamen de leiders van de opstand in een huis in Colonia Agrippinensis (Keulen) samen, onder meer de Bataafse leider Iulius Civilis en Iulius Classicus, de bevelvoerder van de ruiterij der Treveri. Onder de aanwezigen waren ook enkele Tungri. De opstand verliep aanvankelijk gunstig. Claudius Labeo organiseerde echter het verzet vanuit Bavay en Tongeren, de twee belangrijke steden langs de weg. In de Historiae schrijft Tacitus hoe de legio XIV tijdens de Batavenopstand (69-70 n.C.) tegen Civilis optrekt ‘terrestri itinere … in Nervios Tungrosque’ – ‘over land door het stamgebied van de Nervii en de Tungri’. Hij verwijst daarmee ongetwijfeld naar de weg Bavay – Tongeren die zich op dat ogenblik tot de belangrijkste route door onze contreien had ontwikkeld. 

Het kwam tot een treffen met de opstandelingen bij de brug over de Maas ter hoogte van het huidige Maastricht. Civlilis kon de troepen van Claudius Labeo, waartoe Baetasii, Nervii en Tungri hoorden, met een voorstel tot een bondgenootschap in vertwijfeling brengen. Campanus en Iuvenalis, "uit de leidinggevende rangen van de Tungri", gaven de hele civitas aan Civilis over. Ongetwijfeld trok Civilis daarna via de Romeinse weg Tongeren-Keulen op naar Tongeren, zowat twintig kilometer verder, en bezette er de nederzetting. Civilis bereikte het toppunt van zijn macht. De Bataafse leider kwam door ongelukkige politieke en militaire wendingen echter spoedig onder druk te staan. Zij hadden hun eigen mogelijkheden schromelijk overschat en bleken niet opgewassen tegen de acht legioenen die Rome zou inzetten. Het 14de legioen, dat onder leiding van Fabius Priscus stond, rukte op via de grote heerban Bavay-Tongeren-Keulen en dwong de Tungri samen met de Nervii tot overgave. Indien deze interpretatie correct is, dan is het 14de legioen zeker via Tongeren opgetrokken.

Na de Batavenrevolte voerde keizer Vespasianus een grondige reorganisatie door. De Batavenopstand had namelijk aangetoond dat de eenheden, die samengesteld waren uit lokaal gerekruteerde soldaten, een zwakke schakel vormden binnen de Romeinse militaire organisatie. Daarom beslist de Romeinse overheid deze troepen naar andere provincies te transfereren. Het 1ste en het 2de cohors van de Tungri stak samen met Petillius Cerialis het kanaal naar Britannia over. In 83 n.C. maakten de beide cohortes Tungrorum deel uit van het leger van Gn. Iulius Agricola.  De ala I Tungrorum Frontoniana trok van Germania Inferior naar Dalmatia. Het is uiteraard niet mogelijk exact te bepalen welke wegen deze troepen volgden. Daarvoor ontbreken de noodzakelijke bronnen. Wel blijkt uit dit korte overzichtje dat het Romeinse leger de heerbanen intensief gebruikte. Het was een drukte van jewelste, niet alleen van militairen, maar ook van de bijhorende tros die bestond uit tientallen karren met uitrusting, voorraden, tenten, en zo voort.

 

Foto: wapens van gesneuvelde Galliërs op de triomfboog van Orange

Maak jouw eigen website met JouwWeb