Toen Agrippa in 39/38 v.C. gouverneur van Gallia Transalpina was, startte hij met de opmetingen van Gallia in functie van het wegennet en de uittekening van een kadaster. In de Oudheid komt dat kadaster overeen met de systematische indeling van de gebieden die de Romeinen aan het rijk toevoegden. De relatie tussen het kadaster en het Romeinse wegennet kan niet voldoende worden onderlijnd. De rechte wegen, die het landschap zo scherp markeerden, vormden een excellente as om het land in een net van geometrische percelen te verdelen en zo de landelijke ruimte te structureren. Dat is de centuriatio, de regelmatige landindeling die één van de belangrijkste grondslagen voor de Gallo-Romeinse landbouw was.
De naam centuriatio vindt haar oorsprong in het feit dat een perceel bestond uit honderd heredia. Een heredium, letterlijk een erfgoed, besloeg 240 x 240 voet (of circa 70 x 70 meter). Dat was de oppervlakte die een kolonist theoretisch kreeg toebedeeld. Het kadaster bestond in wezen dus uit een geometrisch netwerk van lijnen die in het landschap werden uitgezet. De verdeling van het land op deze manier staat bekend als limitatio of de opdeling van het land in kruisende limites of grenzen. Dat gebeurde door de wegen, door de toegangswegen tot percelen, door grachten, door het leggen van stenen.
In tegenstelling tot wat men vroeger aannam zijn de lineaire sporen van dat netwerk niet noodzakelijk zichtbaar in het landschap, ook niet via de luchtfotografie. Dat maakt de studie van het Romeinse kadaster net zo moeilijk en een reconstructie zo hypothetisch. Eén van de belangrijkste epigrafische documenten is het unieke kadasterplan van Orange, het antieke Arausio, dat zich in het tabularium, het archief van de stad, bevond. Nergens in de Romeinse wereld vonden de archeologen nog een dergelijk epigrafisch kadaster terug. Het platteland rond Tongeren vertoont talrijke lineaire sporen die met de Romeinse landindeling in verband werden gebracht. De archeologen veronderstelden dat op ieder perceel, dat circa vijftig hectaren besloeg, theoretisch één villa lag.
Het is erg verleidelijk de invoering van deze centuriatio te zien in het licht van de militaire organisatie van de nabijgelegen Rijngrens en de ravitaillering van de daar gelegerde troepen. Maar de oriëntatie van het stratenplan van het Augusteïsche Atuatuca alsook van sommige gebouwen spreekt een dergelijk vroege datering van het kadaster tegen. Tijdens de regering van keizer Augustus werden wellicht initiatieven genomen om het land te organiseren. Het Romeinse leger ontving de opdracht om de aanleg van de civitas-hoofdplaatsen uit te lijnen. Tongeren - Atuatuca is daarvan een goed voorbeeld. De verdere uitbouw van een landindeling kunnen wij misschien in verband brengen met de politiek van keizer Claudius ten aanzien van de wegenaanleg en de uitbouw van een economische infrastructuur. De dood van Nero in 68 leidde tot een periode van onrust en wanorde. Landgoederen veranderden gewild of ongewild van eigenaar en gemeenschapsgronden gingen op onwettelijke wijze over in privaatbezit. Met het aantreden van keizer Vespasianus in 70 n.C. kwam hieraan een einde. Hij gaf in 77 n.C. de opdracht het oorspronkelijke kadaster in heel het Romeinse Rijk te herstellen en op die wijze orde te brengen in de openbare fiscaliteit. De kadasterplannen van Orange illustreren deze keizerlijke administratieve maatregelen. In het licht daarvan werd de limitatio van de landbouwregio rond Tongeren vermoedelijk na de Batavenrevolte (69-70 n.C.) doorgevoerd.
Foto's:
Maak jouw eigen website met JouwWeb