Over de Via Belgica en de snelweg van Caesar

Gepubliceerd op 18 oktober 2023 om 14:49

Het is bekend dat Tom Buijtendorp stevige hypothesen durft te formuleren. Dat is ook zo in zijn nieuwe boek ‘De Caesarroute. Gids bij Caesar in de Lage Landen’ uitgegeven bij W BOOKS (2023). In zover de hypothesen bijdragen tot de wetenschappelijke discussie is dat uiteraard geen probleem omdat zij op die manier nieuwe denkpistes kunnen openen. Maar vaak kom je terecht in discussies met argumenten als ‘afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid.’ En voor je het goed en wel beseft is het hek van de dam.

Dat is ook het geval met ‘De Caesarroute’ en Caesars strategische ‘snelweg’ tussen Amiens, Bavay, Tongeren en Maastricht. “Niet voor niets werd het onder zijn opvolger Augustus de belangrijkste weg vanaf de nieuwe provinciehoofdstad Keulen naar de kust”, zo schrijft Buijtendorp (p. 9) waarmee hij verwijst naar de Romeinse weg tussen van Keulen via Tongeren en Bavay naar Boulogne-sur-Mer, de weg die vooral door de Nederlanders de Via Belgica wordt genoemd. En hoewel hij erkent dat deze aanname onbewezen is, is het volgens hem de aannemelijkste route van Caesar naar de Maasovergang bij Maastricht. Ook hiervoor is er geen enkel bewijs. Op het eerste gezicht is dit inderdaad een heel aantrekkelijke hypothese. Bovendien verwijzen de teksten van Caesar geregeld naar pre-Romeinse wegen. Zij verklaren de snelheid van de Romeinse legioenen. Vandaar dat een aantal onderzoekers van oordeel is dat de basis voor het Romeinse wegennet in de noordelijke provincies in de voor-Romeinse tijd ligt en dat de Romeinen deze verkeersinfrastructuur verder hebben uitgebouwd en ontwikkeld.  De brug die Caesar in 55 v. Chr. over de Rijn liet slaan sloot naar men vermoed op een bestaand ‘wegennet’ aan. 

In die context wordt er onder meer van uit gegaan dat de weg van Bavay via Tongeren naar Keulen een pre-Romeinse voorganger had. Zo schreef Willy Vanvinckenroye in zijn boek ‘Tongeren Romeinse stad' (1985) op pagina 21 dat "het tracé van deze weg zeer waarschijnlijk reeds in de voor-Romeinse tijd bestond". In een aantal gevallen hebben de Romeinse wegen zich ongetwijfeld boven oudere trajecten ontwikkeld. Dat mag volgens Jozef Mertens echter niet worden veralgemeend en tot het besluit leiden dat het Romeinse wegennet als zodanig op pre-Romeinse routes terug gaat.  Jozef Mertens wees er in zijn baanbrekend onderzoek trouwens op dat geen enkele belangrijke Romeinse weg in de Lage Landen een oppidum of een pre-Romeinse site aandeed.

Wanneer Caesar in 49 v. Chr. definitief uit Gallië was vertrokken, was er van een gevestigd Romeins gezag zeker nog geen sprake. Er was nog geen bestuurlijke organisatie en ook de randvoorwaarden, zoals een netwerk van wegen en steden, ontbraken. Ondertussen konden de archeologen nog steeds geen enkel materieel bewijs vinden van een pre-Romeinse voorganger van deze weg. Op het vlak van wetenschapscommunicatie is het belangrijk de correcte informatie hierover te geven en het wetenschappelijke debat niet te vertroebelen met ongefundeerde aannames. Het enige wat men daarmee bereikt is dat een opstapeling van waarschijnlijkheden voor velen feiten worden. Voor wie hieraan twijfelt, verwijzen wij alvast naar de titel “Via Belgica volgt route van Caesars snelweg” op www.viabelgica.nl.